Fossiel vs hernieuwbaar
Sinds de bekende publicatie van de Club van Rome in 1972 zijn wereldwijd veel economieën duurzamer geworden. Ter illustratie, tegenwoordig kan er weer in de Rijn gezwommen worden; iets wat 30 jaar geleden ondenkbaar was. Echter tot op heden slaagt de wereldbevolking er nog altijd niet in de klimaatverandering te beteugelen. Ongeacht alle internationale inzet om meer hernieuwbare energiebronnen te gebruiken, wordt elk jaar weer meer fossiele brandstof verstookt dan in het jaar ervoor. In 2000 werd ca. 422 triljoen GJ geconsumeerd, in 2010 ruim 537. In zowel 2000 als 2010 was meer dan 80% van de wereldwijd geconsumeerde energie opgewekt met fossiele brandstoffen. Ook de uitstoot van CO2 blijft alsmaar stijgen. In 2000 werd ca. 24 miljoen ton CO2 toegevoegd aan de atmosfeer, in 2011 ruim 32 miljoen ton. De CO2-emissiestijging komt tegenwoordig voornamelijk doordat China steeds meer kool gebruikt. De concentratie CO2 in de atmosfeer is recent door de 400 ppm (qua volume) geschoten, daar het in 1960 rond de 320 ppm lag (zie ook de Keeling Curve). Naast de klimaatproblemen zijn fossiele brandstoffen onevenredig over de aarde verdeeld. Het goede nieuws is dat de hernieuwbare energiesector volop in ontwikkeling is. Zo stoot Zweden tegenwoordig ruwweg nog maar de helft aan CO2 uit in vergelijking tot 1970. Dit heeft Zweden gerealiseerd zonder minder energie te gebruiken of hun economische groei te belemmeren. In Europa zijn de laatste jaren de meeste landen volop bezig meer hernieuwbare energie te winnen en te gebruiken. De ontwikkeling van de markt voor hernieuwbare brandstoffen (en van innovatieve technologieën) maken het bovendien steeds vaker economisch rendabel om over te stappen op een hernieuwbare energiebron. Sommige innovaties en toepassingen zijn zo succesvol dat ze wereldwijd gebruikt worden, zelfs in regio’s waar fossiele brandstoffen voor de bevolking onbetaalbaar zijn.
Bewustwording
Duurzaamheid wordt bepaald door de manier waarop doelen worden nagestreefd en bereikt.Praktisch elk instrument kan bijdragen aan verduurzaming, mits juist toegepast. Meer expliciet gesteld begint duurzaamheid met de bewustwording van wat men doet (en de daaruit voortvloeiende consequenties). Dit is alleen mogelijk wanneer men zichzelf, anderen en de wereld in samenhang waarneemt en waardeert. Voor het onderkennen van de belangen van volgende generaties is het nodig verder te kijken dan het individuele belang en de behoeften van vandaag de dag. Duurzaamheid is in die zin ook een politiek-maatschappelijk instrument, omdat het een brede betrokkenheid en langetermijnvisie impliceert.
Energietransitie
De huidige energietransitie is ingebed in een bredere maatschappelijke ontwikkeling die alle aspecten van het dagelijks leven omvat, zoals gezonde voeding, emissieloos transport, energie-efficiënt wonen, groene steden en welzijn van mens en dier. We hebben steeds meer aandacht voor de sociale en ecologische duurzaamheid van productieprocessen, zowel in de regio, als ver weg. Het decentraal opwekken van hernieuwbare energie is populair geworden en verbreidt zich snel. Er zijn steeds meer mensen die zelfstandig in, op, of naast hun woning energie winnen en gebruiken. Locale en regionale duurzaamheidsinitiatieven en energiecoöperaties schieten als paddenstoelen uit de grond. Het gebruik van ‘energie uit de regio’ leeft. Dit levert niet alleen milieuwinst op, maar ook werkgelegenheid en niet zelden substantiële kostenbesparingen. Dat motiveert en blijft niet onopgemerkt. Velen vinden het de hoogste tijd slimmer en milieuvriendelijker energie te winnen en te gebruiken. De verduurzaming van de energievoorziening gaat hun eigenlijk te langzaam. Steeds meer gemeenten, bedrijven en particulieren komen in beweging en willen alleen of samen met de wijk, of in de regio nu écht vooruitgang boeken. Decentrale, duurzame energievoorziening is vandaag de dag geen fictie, maar een interessante mogelijkheid waaraan iedereen kan meedenken en -werken. De huidige stroomversnelling aan duurzame innovaties en rendabele applicaties biedt uitstekende kansen voor het bedrijfsleven.
Cultureel Erfgoed
Om duurzaamheid te laten slagen, moet het in de cultuur verankerd worden. Participatie van het bedrijfsleven en de bevolking is essentieel. Gelukkig vertoont MVO intrinsieke groei. Vooral in Nederland maar ook internationaal.
In de bosbouw, waar het woord duurzaamheid oorspronkelijk vandaan komt, waren wetenschappers al eeuwen geleden zich hiervan bewust. ‘Silvicultuur’ bijvoorbeeld is er niet alleen op gericht de productiecapaciteit van bossen in stand te houden, maar door menselijk ingrijpen de functies van het bos te verbeteren.
Internationale discussie
In samenhang met voedseltekorten en -prijsstijgingen in bepaalde landen en de groeiende markt voor biomassa (met name uit voedselgewassen) wordt internationaal discussie gevoerd over de duurzaamheid van het gebruik van biomassa voor energiedoeleinden. Deze discussie heeft verschillende nieuwe inzichten over duurzaamheid opgeleverd.
Enkele landen waaronder Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben criteria ontwikkeld voor duurzame biomassa. Er werd hiervoor zowel van het gedachtegoed van bosbeheercertificatiesystemen, als van bijvoorbeeld de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) gebruik gemaakt. Onder RSPO zijn ca. 1,4 miljoen hectare palmplantages gecertificeerd. Een belangrijk nieuw duurzaamheidsonderwerp is de efficiëntie van de broeikasgasreducties. De biomassacriteria gaan daarnaast in op: concurrentie met voedsel, biodiversiteit, welvaart en welzijn. Enkele grote energiebedrijven die biomassa invoerden binnen het kader van het overheidsbeleid hebben op basis van deze criteria eigen certificatiesystemen ontwikkeld.
In de EU Renewable Energy Directive (RED) van 2009 staan per lidstaat de doelstellingen uitgewerkt om het aandeel hernieuwbare energie te vergroten tot 2020. Het document stelt ook eisen aan de duurzaamheid van vloeibare biobrandstoffen (uit landbouwgewassen).
In Nederland zijn in samenwerking met de industrie en vele belanghebbenden Nederlands Technische Afspraken (NTA’s) ontwikkeld over de duurzaamheid voor biomassa (NTA 8080) en over biomassacertificatie (NTA 8081). Het NTA 8080-certificatiesysteem dat daarna tot stand is gekomen, is erkend door de Nederlandse overheid en de Europese Commissie. De audits worden uitgevoerd door onafhankelijke certificatie-instellingen en het systeem is geaccrediteerd door de Nederlandse Raad voor Accreditatie (RVA).
Momenteel trekken vele organisaties aan de bel dat er wereldwijd steeds meer bossen worden gekapt voor de productie van biomassa en dat dit niet altijd bijdraagt aan de duurzaamheid. BiomassConsult vindt ook dat vele bedrijven (en de overheid) zich meer bewust moeten zijn over wat zij inkopen. Aan de ene kant stimuleert de overheid dat er nog miljoenen tonnen houtpellets extra per jaar zullen worden geïmporteerd en verstookt in energiecentrales, aan de andere kant vinden steeds meer organisaties en overheden in de Nederlandse polder dat het gebruik van houtpellets niet te snel moet groeien. Beide tendensen kunnen de ontwikkeling van de ‘gewone houtpelletmarkt zonder subsidie’ schaden.
In Nederland wordt steeds vaker sceptisch tegen het gebruik van biomassa aangekeken. Dat is volgens BiomassConsult onterecht omdat het gebruik van biomassa wel degelijk kan bijdragen aan de duurzaamheid. BiomassConsult zet zich in voor duurzame biomassa uit onomstreden bronnen. Wereldwijd worden nog altijd miljarden ton voedsel per jaar weggegooid en liggen honderden miljoenen hectares vruchtbare landbouwgrond onbenut.
Fuel & Food
Het is van belang meer biomassa uit residustromen van de landbouw en voedselindustrie te gaan gebruiken. Naast klimaatwinst, kunnen bijvoorbeeld de land- en bosbouwers de extra inkomsten goed gebruiken. Een geïntegreerde aanpak van zowel voedselproductie als biomassaproductie kan voor beide gunstig uitpakken. Deze multifunctionele teeltbenadering kan in combinatie met het winnen van zonne-energie uitgewerkt worden. Op dit gebied, wordt momenteel echter nog te eenlijnig naar oplossingen gezocht.
Van belang voor de duurzaamheid is de betrokkenheid van bedrijven bij verantwoord ondernemen. Indien er vraag is naar duurzame biomassa kan daarbij de handel een positieve ontwikkeling in gang zetten in minder ontwikkelde gebieden. De handel kan snel en efficiënt bruggen slaan die een uitwisseling van normen en waarden mogelijk maken, ook in gebieden waar geen politieke stabiliteit heerst. BiomassConsult vindt het daarom van groot belang samen te werken met betrokken bedrijven op het gebied van duurzame biomassa. Bedrijven die investeren in de productie en internationale handel van bijvoorbeeld houtpellets zijn in de praktijk soms de enige partijen die lokaal duurzaam bosbeheer en het behoud van biodiversiteit kunnen waarborgen.